voorvoegen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | voeg voor | voegde voor | heb voorgevoegd |
jij, je, u | voegt voor | voegde voor | hebt voorgevoegd |
hij, zij, het | voegt voor | voegde voor | heeft voorgevoegd |
wij | voegen voor | voegden voor | hebben voorgevoegd |
jullie | voegen voor | voegden voor | hebben voorgevoegd |
zij, ze | voegen voor | voegden voor | hebben voorgevoegd |
PresensBeta
Example presens sentences for Voorvoegen with some of the pronouns.
- Ik voeg altijd voor bij het koken.
- Jij voegt suiker toe aan de thee.
- Hij/Zij/Het voegt een nieuw ingrediƫnt toe aan het recept.
- Wij voegen extra informatie toe aan het verslag.
- Jullie voegen graag kruiden toe aan het eten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Voorvoegen with some of the pronouns.
- Vroeger voegde ik altijd extra tijd toe aan mijn planning.
- Toen je langskwam, voegde je vrolijkheid toe aan de kamer.
- Hij/Zij/Het voegde een speciale touch toe aan het schilderij.
- Wij voegden vaak humor toe aan onze presentaties.
- Jullie voegden kleurrijke accenten toe aan de decoratie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Voorvoegen with some of the pronouns.
- Ik heb voor toegevoegd aan de salade.
- Jij hebt suiker aan de taart toegevoegd.
- Hij/Zij/Het heeft een nieuw element aan het ontwerp toegevoegd.
- Wij hebben extra details aan het document toegevoegd.
- Jullie hebben veel smaken aan het gerecht toegevoegd.