liften

Conjugations List of Liften.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikliftliftteheb gelift
jij, je, uliftlifttehebt gelift
hij, zij, hetliftliftteheeft gelift
wijliftenlifttenhebben gelift
jullieliftenlifttenhebben gelift
zij, zeliftenlifttenhebben gelift

Presens
Beta

Example presens sentences for Liften with some of the pronouns.

  • Ik lift naar mijn werk.
  • Jij lifte gisteren naar de stad.
  • Hij liften regelmatig met zijn vrienden.
  • Zij liften naar het strand voor een dagje uit.
  • Wij liften altijd als we op reis gaan.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Liften with some of the pronouns.

  • Vroeger lifte ik vaak naar school.
  • Toen ik jonger was, lifte jij ook veel.
  • Hij liftte elke zomer naar Frankrijk.
  • Zij liften vroeger samen door Europa.
  • Wij liften lang geleden naar Spanje.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Liften with some of the pronouns.

  • Ik heb gelift naar het concert.
  • Jij hebt vorige week gelift naar BelgiĆ«.
  • Hij heeft al meerdere keren gelift.
  • Zij hebben samen naar Duitsland gelift.
  • Wij hebben gisteravond gelift naar het feest.