roteren

Conjugations List of Roteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikroteerroteerdeheb geroteerd
jij, je, uroteertroteerdehebt geroteerd
hij, zij, hetroteertroteerdeheeft geroteerd
wijroterenroteerdenhebben geroteerd
jullieroterenroteerdenhebben geroteerd
zij, zeroterenroteerdenhebben geroteerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Roteren with some of the pronouns.

  • Ik roteer de aarde om haar as.
  • Jij roteert de afbeelding op het scherm.
  • Hij/Zij/Het roteert de wielen van de fiets.
  • Wij roteren de groepen tijdens de les.
  • Jullie roteren de taken in het team.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Roteren with some of the pronouns.

  • Ik roteerde de afbeelding op het scherm.
  • Jij roteerde de aarde om haar as.
  • Hij/Zij/Het roteerde de wielen van de fiets.
  • Wij roteerden de groepen tijdens de les.
  • Jullie roteerden de taken in het team.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Roteren with some of the pronouns.

  • Ik heb de afbeelding gero- teerd op het scherm.
  • Jij hebt de aarde ge- roteerd om haar as.
  • Hij/Zij/Het heeft de wielen van de fiets ge- roteerd.
  • Wij hebben de groepen tijdens de les ge- roteerd.
  • Jullie hebben de taken in het team ge- roteerd.