roven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | roof | roofde | heb geroofd |
jij, je, u | rooft | roofde | hebt geroofd |
hij, zij, het | rooft | roofde | heeft geroofd |
wij | roven | roofden | hebben geroofd |
jullie | roven | roofden | hebben geroofd |
zij, ze | roven | roofden | hebben geroofd |
PresensBeta
Example presens sentences for Roven with some of the pronouns.
- Ik roof regelmatig appels uit de boomgaard.
- Jij rooft altijd de show met je grappen.
- Hij rooft geld om zijn gokverslaving te bekostigen.
- Zij roven kunstwerken uit musea voor winst.
- Wij roven nooit iets zonder reden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Roven with some of the pronouns.
- Vroeger roofde ik regelmatig appels uit de boomgaard.
- Jij roofde altijd de show met je grappen.
- Hij roofde geld om zijn gokverslaving te bekostigen.
- Zij roofden kunstwerken uit musea voor winst.
- Wij roofden nooit iets zonder reden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Roven with some of the pronouns.
- Ik heb appels geroofd uit de boomgaard.
- Jij hebt altijd de show geroofd met je grappen.
- Hij heeft geld geroofd om zijn gokverslaving te bekostigen.
- Zij hebben kunstwerken geroofd uit musea voor winst.
- Wij hebben nooit iets zonder reden geroofd.