skimmen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | skim | skimde | heb geskimd |
jij, je, u | skimt | skimde | hebt geskimd |
hij, zij, het | skimt | skimde | heeft geskimd |
wij | skimmen | skimden | hebben geskimd |
jullie | skimmen | skimden | hebben geskimd |
zij, ze | skimmen | skimden | hebben geskimd |
PresensBeta
Example presens sentences for Skimmen with some of the pronouns.
- Ik skim regelmatig de krantenkoppen voor het laatste nieuws.
- Jij skimt altijd de tekst voordat je begint met lezen.
- Hij/zij/het skimt de boeken om snel informatie te vinden.
- Wij skimmen de online artikelen om relevante informatie te verzamelen.
- Jullie skimmen de tijdschriften op zoek naar interessante artikelen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Skimmen with some of the pronouns.
- Vroeger skimde ik altijd de kranten om op de hoogte te blijven.
- Toen ik studeerde, skimde ik vaak de studieboeken.
- Hij/zij/het skimde elke dag de tijdschriften in de wachtkamer.
- Wij skimden regelmatig de oude archieven voor historische informatie.
- Jullie skimden de documenten om de belangrijke details te vinden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Skimmen with some of the pronouns.
- Ik heb de tekst geskimd om de belangrijkste punten te vinden.
- Jij hebt al veel documenten geskimd voor je onderzoek.
- Hij/zij/het heeft alle hoofdstukken van het boek geskimd.
- Wij hebben de websites grondig geskimd voor onze presentatie.
- Jullie hebben de kranten snel geskimd om het laatste nieuws te weten.