spetten

Conjugations List of Spetten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikspetspetteheb gespet
jij, je, uspetspettehebt gespet
hij, zij, hetspetspetteheeft gespet
wijspettenspettenhebben gespet
julliespettenspettenhebben gespet
zij, zespettenspettenhebben gespet

Presens
Beta

Example presens sentences for Spetten with some of the pronouns.

  • Ik spat water op mijn planten.
  • Jij spettert in het zwembad.
  • Hij/Zij/Het spettert als een dolle.
  • Wij spetten verf op het doek.
  • Jullie spatten modder tijdens het fietsen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Spetten with some of the pronouns.

  • Ik spatte water op mijn planten.
  • Jij spetterde in het zwembad.
  • Hij/Zij/Het spetterde als een dolle.
  • Wij spoten verf op het doek.
  • Jullie spoten modder tijdens het fietsen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Spetten with some of the pronouns.

  • Ik heb water op mijn planten gespat.
  • Jij hebt in het zwembad gespetterd.
  • Hij/Zij/Het heeft als een dolle gespetterd.
  • Wij hebben verf op het doek gespat.
  • Jullie hebben modder gespat tijdens het fietsen.