tegemoetkomen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kom tegemoet | kwam tegemoet | heb tegemoetgekomen |
jij, je, u | komt tegemoet | kwam tegemoet | hebt tegemoetgekomen |
hij, zij, het | komt tegemoet | kwam tegemoet | heeft tegemoetgekomen |
wij | komen tegemoet | kwamen tegemoet | hebben tegemoetgekomen |
jullie | komen tegemoet | kwamen tegemoet | hebben tegemoetgekomen |
zij, ze | komen tegemoet | kwamen tegemoet | hebben tegemoetgekomen |
PresensBeta
Example presens sentences for Tegemoetkomen with some of the pronouns.
- Ik kom tegemoet aan de wensen van mijn leerlingen.
- Jij komt tegemoet aan de verwachtingen van je ouders.
- Hij/Zij komt tegemoet aan de eisen van de klant.
- Wij komen tegemoet aan de behoeften van onze medewerkers.
- Jullie komen tegemoet aan de voorwaarden van het contract.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Tegemoetkomen with some of the pronouns.
- Ik kwam tegemoet aan de wensen van mijn leerlingen.
- Jij kwam tegemoet aan de verwachtingen van je ouders.
- Hij/Zij kwam tegemoet aan de eisen van de klant.
- Wij kwamen tegemoet aan de behoeften van onze medewerkers.
- Jullie kwamen tegemoet aan de voorwaarden van het contract.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Tegemoetkomen with some of the pronouns.
- Ik ben tegemoetgekomen aan de verzoeken van mijn collega's.
- Jij bent tegemoetgekomen aan de eisen van de docent.
- Hij/Zij is tegemoetgekomen aan de behoeften van de gemeenschap.
- Wij zijn tegemoetgekomen aan de wensen van onze klanten.
- Jullie zijn tegemoetgekomen aan de verwachtingen van het management.