tempeesten

Conjugations List of Tempeesten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktempeesttempeestteheb getempeest
jij, je, utempeesttempeesttehebt getempeest
hij, zij, hettempeesttempeestteheeft getempeest
wijtempeestentempeesttenhebben getempeest
jullietempeestentempeesttenhebben getempeest
zij, zetempeestentempeesttenhebben getempeest

Presens
Beta

Example presens sentences for Tempeesten with some of the pronouns.

  • Ik tempeest
  • Jij tempeest
  • Hij/Zij/Het tempeest
  • Wij tempeesten
  • Jullie tempeesten

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Tempeesten with some of the pronouns.

  • Ik tempeestte
  • Jij tempeestte
  • Hij/Zij/Het tempeestte
  • Wij tempeestten
  • Jullie tempeestten

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Tempeesten with some of the pronouns.

  • Ik heb getempeeest
  • Jij hebt getempeest
  • Hij/Zij/Het heeft getempeest
  • Wij hebben getempeest
  • Jullie hebben getempeest