broodbakken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bak brood | bakte brood | heb broodgebakken |
jij, je, u | bakt brood | bakte brood | hebt broodgebakken |
hij, zij, het | bakt brood | bakte brood | heeft broodgebakken |
wij | bakken brood | bakten brood | hebben broodgebakken |
jullie | bakken brood | bakten brood | hebben broodgebakken |
zij, ze | bakken brood | bakten brood | hebben broodgebakken |
PresensBeta
Example presens sentences for Broodbakken with some of the pronouns.
- Ik bak brood.
- Jij bakt brood.
- Hij/Zij/Het bakt brood.
- Wij bakken brood.
- Jullie bakken brood.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Broodbakken with some of the pronouns.
- Ik bakte brood.
- Jij bakte brood.
- Hij/Zij/Het bakte brood.
- Wij bakten brood.
- Jullie bakten brood.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Broodbakken with some of the pronouns.
- Ik heb brood gebakken.
- Jij hebt brood gebakken.
- Hij/Zij/Het heeft brood gebakken.
- Wij hebben brood gebakken.
- Jullie hebben brood gebakken.