observeren

Conjugations List of Observeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikobserveerobserveerdeheb geobserveerd
jij, je, uobserveertobserveerdehebt geobserveerd
hij, zij, hetobserveertobserveerdeheeft geobserveerd
wijobserverenobserveerdenhebben geobserveerd
jullieobserverenobserveerdenhebben geobserveerd
zij, zeobserverenobserveerdenhebben geobserveerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Observeren with some of the pronouns.

  • Ik observeer de vogels in het park.
  • Jij observeert de sterren aan de nachtelijke hemel.
  • Hij/zij observeert het gedrag van de apen in de dierentuin.
  • Wij observeren de veranderingen in het klimaat.
  • Jullie observeren de architectuur van de oude gebouwen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Observeren with some of the pronouns.

  • Vroeger observeerde ik vaak de vogeltrek in de herfst.
  • Toen ik jong was, observeerde ik graag de wolkenformaties.
  • Zij observeerde dagelijks de ontwikkeling van de planten in haar tuin.
  • Wij observeerden regelmatig de bewegingen van de schepen in de haven.
  • Jullie observeerden geduldig de migratie van de vlinders.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Observeren with some of the pronouns.

  • Ik heb de zonsondergang geobserveerd.
  • Jij hebt de experimenten nauwkeurig geobserveerd.
  • Hij/zij heeft de patiĆ«nten aandachtig geobserveerd.
  • Wij hebben de maanlanding intensief geobserveerd.
  • Jullie hebben de sociale interacties bestudeerd en geobserveerd.