rondschrijven
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | schrijf rond | schreef rond | heb rondgeschreven |
| jij, je, u | schrijft rond | schreef rond | hebt rondgeschreven |
| hij, zij, het | schrijft rond | schreef rond | heeft rondgeschreven |
| wij | schrijven rond | schreven rond | hebben rondgeschreven |
| jullie | schrijven rond | schreven rond | hebben rondgeschreven |
| zij, ze | schrijven rond | schreven rond | hebben rondgeschreven |
PresensBeta
Example presens sentences for Rondschrijven with some of the pronouns.
- Ik schrijf rond naar al mijn collega's.
- Jij schrijft rond naar de ouders van de leerlingen.
- Hij/Zij schrijft rond om informatie te verspreiden.
- Wij schrijven rond over de nieuwe regels.
- Jullie schrijven rond voor een goed doel.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Rondschrijven with some of the pronouns.
- Ik schreef rond naar mijn klasgenoten.
- Jij schreef rond over je ervaringen.
- Hij/Zij schreef rond om mensen uit te nodigen.
- Wij schreven rond met nieuwsbrieven.
- Jullie schreven rond voor de verkiezingen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Rondschrijven with some of the pronouns.
- Ik heb rondgeschreven naar alle studenten.
- Jij hebt rondgeschreven over het evenement.
- Hij/Zij heeft rondgeschreven om hulp te vragen.
- Wij hebben rondgeschreven met belangrijke updates.
- Jullie hebben rondgeschreven voor de actie.