terugdringen

Conjugations List of Terugdringen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdring terugdrong terugheb teruggedrongen
jij, je, udringt terugdrong terughebt teruggedrongen
hij, zij, hetdringt terugdrong terugheeft teruggedrongen
wijdringen terugdrongen terughebben teruggedrongen
julliedringen terugdrongen terughebben teruggedrongen
zij, zedringen terugdrongen terughebben teruggedrongen

Presens
Beta

Example presens sentences for Terugdringen with some of the pronouns.

  • We dringen de kosten van het project terug.
  • Hij dringt aan op meer maatregelen om vervuiling terug te dringen.
  • De regering probeert de werkloosheid terug te dringen.
  • Ik dring erop aan dat je je afspraken nakomt.
  • Jullie dringen aan op veranderingen, maar zijn niet bereid actie te ondernemen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Terugdringen with some of the pronouns.

  • Vroeger drongen we ons standpunt altijd agressief op.
  • Toen ik jong was, drong ik er bij mijn ouders op aan om later uit te mogen gaan.
  • De overheid probeerde de inflatie tevergeefs terug te dringen.
  • We wilden de verspilling van voedsel indertijd al terugdringen.
  • Het bedrijf slaagde er niet in om de productiekosten effectief terug te dringen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Terugdringen with some of the pronouns.

  • We hebben de uitstoot van broeikasgassen teruggedrongen.
  • Hij heeft de criminaliteit in de stad succesvol terug weten te dringen.
  • De organisatie heeft de kosten aanzienlijk teruggebracht.
  • Ik ben trots op hoe we het gebruik van plastic hebben teruggedrongen.
  • Ze heeft haar negatieve gedachten weten terug te dringen.