bestellen

Conjugations List of Bestellen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbestelbesteldeheb besteld
jij, je, ubesteltbesteldehebt besteld
hij, zij, hetbesteltbesteldeheeft besteld
wijbestellenbesteldenhebben besteld
julliebestellenbesteldenhebben besteld
zij, zebestellenbesteldenhebben besteld

Presens
Beta

Example presens sentences for Bestellen with some of the pronouns.

  • Ik bestel een pizza.
  • Jij bestelt een boek.
  • Hij/zij bestelt een kop koffie.
  • Wij bestellen een taart.
  • Zij bestellen een nieuwe telefoon.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bestellen with some of the pronouns.

  • Ik bestelde altijd pizza op vrijdag.
  • Jij bestelde vaak boeken online.
  • Hij/zij bestelde regelmatig een kop koffie bij dat café.
  • Wij bestelden meestal taarten voor feestjes.
  • Zij bestelden een tijdje geleden een nieuwe telefoon.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bestellen with some of the pronouns.

  • Ik heb een pizza besteld.
  • Jij hebt een boek besteld.
  • Hij/zij heeft een kop koffie besteld.
  • Wij hebben een taart besteld.
  • Zij hebben een nieuwe telefoon besteld.