tevredenstellen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | stel tevreden | stelde tevreden | heb tevredengesteld |
jij, je, u | stelt tevreden | stelde tevreden | hebt tevredengesteld |
hij, zij, het | stelt tevreden | stelde tevreden | heeft tevredengesteld |
wij | stellen tevreden | stelden tevreden | hebben tevredengesteld |
jullie | stellen tevreden | stelden tevreden | hebben tevredengesteld |
zij, ze | stellen tevreden | stelden tevreden | hebben tevredengesteld |
PresensBeta
Example presens sentences for Tevredenstellen with some of the pronouns.
- Ik stel haar tevreden met mijn cadeau.
- Jij stelt de klant altijd tevreden met je vriendelijke houding.
- Hij stelt ons team tevreden met zijn harde werk.
- Zij stellen hun ouders tevreden door goede cijfers te halen.
- Wij stellen onszelf tevreden met een klein gebaar.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Tevredenstellen with some of the pronouns.
- Ik stelde haar tevreden met mijn cadeau.
- Jij stelde de klant altijd tevreden met je vriendelijke houding.
- Hij stelde ons team tevreden met zijn harde werk.
- Zij stelden hun ouders tevreden door goede cijfers te halen.
- Wij stelden onszelf tevreden met een klein gebaar.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Tevredenstellen with some of the pronouns.
- Ik heb haar tevredengesteld met mijn cadeau.
- Jij hebt de klant altijd tevredengesteld met je vriendelijke houding.
- Hij heeft ons team tevredengesteld met zijn harde werk.
- Zij hebben hun ouders tevredengesteld door goede cijfers te halen.
- Wij hebben onszelf tevredengesteld met een klein gebaar.