voorvallen

Conjugations List of Voorvallen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikval voorviel voorben voorgevallen
jij, je, uvalt voorviel voorbent voorgevallen
hij, zij, hetvalt voorviel vooris voorgevallen
wijvallen voorvielen voorzijn voorgevallen
jullievallen voorvielen voorzijn voorgevallen
zij, zevallen voorvielen voorzijn voorgevallen

Presens
Beta

Example presens sentences for Voorvallen with some of the pronouns.

  • Het voorvalt vaker dan verwacht.
  • Ik val regelmatig voor tijdens het hardlopen.
  • Het voorvalt meestal in de avonduren.
  • Voorvallen kunnen onverwachte gevolgen hebben.
  • Zij valt vaak voor dezelfde truc.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voorvallen with some of the pronouns.

  • Het viel me gisteren voor toen ik mijn sleutels kwijt was.
  • Toen ik jong was, viel het me vaak voor dat ik te laat kwam.
  • Het viel me op dat hij altijd dezelfde fout maakte.
  • Ze vielen voor elkaar tijdens hun eerste ontmoeting.
  • Vroeger vielen er regelmatig bomen om tijdens stormen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voorvallen with some of the pronouns.

  • Het is me wel eens voorvallen tijdens een reis.
  • Hij is voor een paar dagen voorgevallen en nu weer terug.
  • We zijn nog nooit zoiets voorvallen in ons dorp.
  • Ik ben al eerder voorvallen in een soortgelijke situatie.
  • Heb je ooit zo'n grappige situatie voorvallen?