zogen

Conjugations List of Zogen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzoogzoogdeheb gezoogd
jij, je, uzoogtzoogdehebt gezoogd
hij, zij, hetzoogtzoogdeheeft gezoogd
wijzogenzoogdenhebben gezoogd
julliezogenzoogdenhebben gezoogd
zij, zezogenzoogdenhebben gezoogd

Presens

Example presens sentences for Zogen with some of the pronouns.

  • Ik zogen dagelijks de planten in mijn tuin.
  • Jij zogen altijd je eigen kleren.
  • Hij/zij/het zogen de melk rechtstreeks van de koe.
  • Wij zogen graag verhalen uit oude boeken.
  • Jullie zogen veel informatie uit het internet.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Zogen with some of the pronouns.

  • Ik zog de vloer terwijl mijn moeder aan het koken was.
  • Jij zog elke woensdagavond je favoriete tv-programma.
  • Hij/zij/het zog regelmatig oefeningen uit een boek.
  • Wij zogden vaak samen tijdens onze jeugd.
  • Jullie zogden altijd voor elkaar in tijden van nood.

Perfectum

Example perfectum sentences for Zogen with some of the pronouns.

  • Ik heb gezogen door het hele huis.
  • Jij hebt al veel ervaring gezogen voor deze baan.
  • Hij/zij/het heeft de kamer grondig gezogen.
  • Wij hebben gisteren alle tapijten gezogen.
  • Jullie hebben de auto vandaag gezogen.