tiranniseren

Conjugations List of Tiranniseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktiranniseertiranniseerdeheb getiranniseerd
jij, je, utiranniseerttiranniseerdehebt getiranniseerd
hij, zij, hettiranniseerttiranniseerdeheeft getiranniseerd
wijtiranniserentiranniseerdenhebben getiranniseerd
jullietiranniserentiranniseerdenhebben getiranniseerd
zij, zetiranniserentiranniseerdenhebben getiranniseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Tiranniseren with some of the pronouns.

  • Hij tiranniseert zijn medestudenten in de klas.
  • De dictator tiranniseert het volk al jarenlang.
  • Mijn buurman tiranniseert zijn gezin constant.
  • De pestkoppen tiranniseren de zwakkere kinderen op school.
  • Ze tiranniseert haar werknemers en behandelt ze slecht.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Tiranniseren with some of the pronouns.

  • Hij tiranniseerde zijn medestudenten in de klas.
  • De dictator tiranniseerde het volk jarenlang.
  • Mijn buurman tiranniseerde zijn gezin constant.
  • De pestkoppen tiranniseerden de zwakkere kinderen op school.
  • Ze tiranniseerde haar werknemers en behandelde ze slecht.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Tiranniseren with some of the pronouns.

  • Hij heeft zijn medestudenten in de klas getiranniseerd.
  • De dictator heeft het volk jarenlang getiranniseerd.
  • Mijn buurman heeft zijn gezin constant getiranniseerd.
  • De pestkoppen hebben de zwakkere kinderen op school getiranniseerd.
  • Ze heeft haar werknemers getiranniseerd en slecht behandeld.