toegeven
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | geef toe | gaf toe | heb toegegeven |
| jij, je, u | geeft toe | gaf toe | hebt toegegeven |
| hij, zij, het | geeft toe | gaf toe | heeft toegegeven |
| wij | geven toe | gaven toe | hebben toegegeven |
| jullie | geven toe | gaven toe | hebben toegegeven |
| zij, ze | geven toe | gaven toe | hebben toegegeven |
PresensBeta
Example presens sentences for Toegeven with some of the pronouns.
- Ik geef toe dat ik een fout heb gemaakt.
- Jij geeft toe dat je te laat bent gekomen.
- Hij geeft toe dat hij het niet begrijpt.
- Wij geven toe dat we hulp nodig hebben.
- Zij geven toe dat ze spijt hebben.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toegeven with some of the pronouns.
- Ik gaf toe dat ik een fout had gemaakt.
- Jij gaf toe dat je te laat was gekomen.
- Hij gaf toe dat hij het niet begreep.
- Wij gaven toe dat we hulp nodig hadden.
- Zij gaven toe dat ze spijt hadden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toegeven with some of the pronouns.
- Ik heb toegegeven dat ik een fout heb gemaakt.
- Jij hebt toegegeven dat je te laat bent gekomen.
- Hij heeft toegegeven dat hij het niet begrijpt.
- Wij hebben toegegeven dat we hulp nodig hebben.
- Zij hebben toegegeven dat ze spijt hebben.