toeknijpen

Conjugations List of Toeknijpen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikknijp toekneep toeheb toegeknepen
jij, je, uknijpt toekneep toehebt toegeknepen
hij, zij, hetknijpt toekneep toeheeft toegeknepen
wijknijpen toeknepen toehebben toegeknepen
jullieknijpen toeknepen toehebben toegeknepen
zij, zeknijpen toeknepen toehebben toegeknepen

Presens
Beta

Example presens sentences for Toeknijpen with some of the pronouns.

  • Ik knijp mijn ogen dicht als ik in de felle zon kijk.
  • Hij knijpt hard in zijn hand om de pijn te voelen.
  • Zij knijpen in de tube tandpasta om er nog wat uit te krijgen.
  • We knijpen de citroen uit voor het sap.
  • Jullie knijpen in je neus als je iets vies ruikt.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Toeknijpen with some of the pronouns.

  • Ik kneep mijn ogen dicht terwijl ik naar de film keek.
  • Hij kneep hard in zijn hand van de spanning.
  • Zij knepen in de tube tandpasta totdat deze helemaal leeg was.
  • We knepen de citroen uit om het sap te gebruiken.
  • Jullie knepen in je neus vanwege de vieze geur.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Toeknijpen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn ogen dichtgeknepen toen ik de verrassing zag.
  • Hij heeft hard in zijn hand geknepen tijdens de wedstrijd.
  • Zij hebben in de tube tandpasta geknepen totdat er niets meer uitkwam.
  • We hebben de citroen uitgeknepen en het sap gebruikt.
  • Jullie hebben in je neus geknepen om die nare geur te vermijden.