toekomen

Conjugations List of Toekomen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkom toekwam toeben toegekomen
jij, je, ukomt toekwam toebent toegekomen
hij, zij, hetkomt toekwam toeis toegekomen
wijkomen toekwamen toezijn toegekomen
julliekomen toekwamen toezijn toegekomen
zij, zekomen toekwamen toezijn toegekomen

Presens
Beta

Example presens sentences for Toekomen with some of the pronouns.

  • Ik kom dagelijks naar je toe.
  • Hij komt altijd te laat op het werk.
  • Wij komen regelmatig bij elkaar om te vergaderen.
  • Jullie komen vaak op bezoek bij ons.
  • De studenten komen morgen naar de collegezaal.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Toekomen with some of the pronouns.

  • Vroeger kwam ik altijd met de fiets naar school.
  • Toen ik jong was, kwamen we elk jaar samen voor Kerstmis.
  • Het weer was slecht en daarom kwamen ze niet opdagen.
  • We kwamen te laat omdat de trein vertraging had.
  • Tijdens de oorlog kwamen er veel mensen naar dit land.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Toekomen with some of the pronouns.

  • Ik ben gisteren bij je thuisgekomen.
  • Hij is vorige week op vakantie gekomen.
  • Wij zijn net teruggekomen van een lange reis.
  • Jullie zijn al eerder in deze stad aangekomen.
  • De pakketten zijn eindelijk bij de klanten aangekomen.