meevallen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | val mee | viel mee | ben meegevallen |
jij, je, u | valt mee | viel mee | bent meegevallen |
hij, zij, het | valt mee | viel mee | is meegevallen |
wij | vallen mee | vielen mee | zijn meegevallen |
jullie | vallen mee | vielen mee | zijn meegevallen |
zij, ze | vallen mee | vielen mee | zijn meegevallen |
PresensBeta
Example presens sentences for Meevallen with some of the pronouns.
- Het valt me mee hoe snel hij het heeft begrepen.
- De resultaten vallen altijd tegen, maar deze keer valt het me mee.
- Ik vind het fijn dat het weer is meegevallen tijdens ons weekendje weg.
- Het valt me mee hoe goed de leerlingen hebben gereageerd op de nieuwe lesmethode.
- Soms valt het me mee hoeveel ik kan bereiken als ik er echt voor ga.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Meevallen with some of the pronouns.
- Het viel me mee hoe vriendelijk hij was toen ik hem om hulp vroeg.
- Vroeger viel het me vaak mee hoe snel ik nieuwe dingen kon leren.
- Het viel me erg tegen dat de kwaliteit van het eten niet meegevallen is.
- Toen ik begon met sporten, viel het me mee hoe snel ik vooruitgang boekte.
- Tijdens de reis viel het me mee hoe comfortabel de accommodatie was.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Meevallen with some of the pronouns.
- Het is me meegevallen hoeveel tijd ik heb kunnen besparen door efficiƫnt te werken.
- We zijn blij dat de weersomstandigheden tijdens onze vakantie zijn meegevallen.
- Ik ben verrast dat de prijzen van de tickets zijn meegevallen.
- Het is me meegevallen hoe snel ik het nieuwe programma onder de knie heb gekregen.
- Ze zijn opgelucht dat de stress rondom het evenement is meegevallen.