onderhouden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | onderhoud | onderhield | heb onderhouden |
jij, je, u | onderhoudt | onderhield | hebt onderhouden |
hij, zij, het | onderhoudt | onderhield | heeft onderhouden |
wij | onderhouden | onderhielden | hebben onderhouden |
jullie | onderhouden | onderhielden | hebben onderhouden |
zij, ze | onderhouden | onderhielden | hebben onderhouden |
PresensBeta
Example presens sentences for Onderhouden with some of the pronouns.
- Ik onderhoud mijn fiets regelmatig.
- Hij onderhoudt zijn tuin met veel zorg.
- Zij onderhouden een goede relatie met hun buren.
- Wij onderhouden ons huis goed.
- Jullie onderhouden de website van het bedrijf.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Onderhouden with some of the pronouns.
- Vroeger onderhield ik mijn fiets niet goed.
- Hij onderhield zijn tuin vroeger niet zo goed.
- Zij onderhielden geen goede relatie met hun buren.
- Vroeger onderhielden wij ons huis niet voldoende.
- Jullie onderhielden de website van het bedrijf toen niet goed.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Onderhouden with some of the pronouns.
- Ik heb mijn fiets goed onderhouden.
- Hij heeft zijn tuin altijd goed onderhouden.
- Zij hebben een sterke band met hun buren onderhouden.
- Wij hebben ons huis regelmatig onderhouden.
- Jullie hebben de website van het bedrijf bijgewerkt en onderhouden.