toespringen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | spring toe | sprong toe | ben toegesprongen |
| jij, je, u | springt toe | sprong toe | bent toegesprongen |
| hij, zij, het | springt toe | sprong toe | is toegesprongen |
| wij | springen toe | sprongen toe | zijn toegesprongen |
| jullie | springen toe | sprongen toe | zijn toegesprongen |
| zij, ze | springen toe | sprongen toe | zijn toegesprongen |
PresensBeta
Example presens sentences for Toespringen with some of the pronouns.
- De kat springt over de muur.
- Ik spring altijd hoog tijdens het sporten.
- Jij springt graag op de trampoline.
- Hij springt elegant over de hindernissen.
- Wij springen samen in het diepe water.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toespringen with some of the pronouns.
- De kat sprong over de muur.
- Ik sprong altijd hoog tijdens het sporten.
- Jij sprong graag op de trampoline.
- Hij sprong elegant over de hindernissen.
- Wij sprongen samen in het diepe water.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toespringen with some of the pronouns.
- De kat is over de muur gesprongen.
- Ik ben altijd hoog gesprongen tijdens het sporten.
- Jij bent graag op de trampoline gesprongen.
- Hij is elegant over de hindernissen gesprongen.
- Wij zijn samen in het diepe water gesprongen.