uithozen

Conjugations List of Uithozen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhoos uithoosde uitheb uitgehoosd
jij, je, uhoost uithoosde uithebt uitgehoosd
hij, zij, hethoost uithoosde uitheeft uitgehoosd
wijhozen uithoosden uithebben uitgehoosd
julliehozen uithoosden uithebben uitgehoosd
zij, zehozen uithoosden uithebben uitgehoosd

Presens
Beta

Example presens sentences for Uithozen with some of the pronouns.

  • Ik hoos de dozen uit.
  • Jij hoost de dozen uit.
  • Hij/Zij/Het hoost de dozen uit.
  • Wij hozen de dozen uit.
  • Jullie hosen de dozen uit.
  • Zij hozen de dozen uit.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uithozen with some of the pronouns.

  • Ik hoosde de dozen uit.
  • Jij hoosde de dozen uit.
  • Hij/Zij/Het hoosde de dozen uit.
  • Wij hoosden de dozen uit.
  • Jullie hoosden de dozen uit.
  • Zij hoosden de dozen uit.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uithozen with some of the pronouns.

  • Ik heb de dozen uitgehoos.
  • Jij hebt de dozen uitgehoos.
  • Hij/Zij/Het heeft de dozen uitgehoos.
  • Wij hebben de dozen uitgehoos.
  • Jullie hebben de dozen uitgehoos.
  • Zij hebben de dozen uitgehoos.