uitschilderen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | schilder uit | schilderde uit | heb uitgeschilderd |
jij, je, u | schildert uit | schilderde uit | hebt uitgeschilderd |
hij, zij, het | schildert uit | schilderde uit | heeft uitgeschilderd |
wij | schilderen uit | schilderden uit | hebben uitgeschilderd |
jullie | schilderen uit | schilderden uit | hebben uitgeschilderd |
zij, ze | schilderen uit | schilderden uit | hebben uitgeschilderd |
PresensBeta
Example presens sentences for Uitschilderen with some of the pronouns.
- Ik schilder het landschap mooi uit.
- Jij schildert de bloemen prachtig uit.
- Hij/zij/het schildert de zonsondergang kleurrijk uit.
- Wij schilderen de kamer fris uit.
- Jullie schilderen de vogels levendig uit.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Uitschilderen with some of the pronouns.
- Vroeger schilderde ik vaak stillevens geduldig uit.
- Vroeger schilderde jij prachtige landschappen geïnspireerd uit.
- Vroeger schilderde hij/zij/het kleurrijke abstracte werken spontaan uit.
- Vroeger schilderden wij samen de natuurlijke schoonheid liefdevol uit.
- Vroeger schilderden jullie levendige scènes enthousiast uit.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Uitschilderen with some of the pronouns.
- Ik heb het schilderij gedetailleerd uitgeschilderd.
- Jij hebt de voorstelling realistisch uitgeschilderd.
- Hij/zij/het heeft de portretten meesterlijk uitgeschilderd.
- Wij hebben het landschap expressief uitgeschilderd.
- Jullie hebben de abstracte kunstwerken vakkundig uitgeschilderd.