uitvissen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vis uit | viste uit | heb uitgevist |
jij, je, u | vist uit | viste uit | hebt uitgevist |
hij, zij, het | vist uit | viste uit | heeft uitgevist |
wij | vissen uit | visten uit | hebben uitgevist |
jullie | vissen uit | visten uit | hebben uitgevist |
zij, ze | vissen uit | visten uit | hebben uitgevist |
PresensBeta
Example presens sentences for Uitvissen with some of the pronouns.
- Ik vis de informatie uit tijdens mijn onderzoek.
- Jij vist de feiten uit het boek.
- Hij vist de waarheid uit de leugens.
- Wij vissen de gegevens uit de database.
- Zij vissen de antwoorden uit hun ervaringen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Uitvissen with some of the pronouns.
- Ik viste de informatie uit tijdens mijn onderzoek.
- Jij viste de feiten uit in het boek.
- Hij viste de waarheid uit de leugens.
- Wij visten de gegevens uit de database.
- Zij visten de antwoorden uit hun ervaringen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Uitvissen with some of the pronouns.
- Ik heb de informatie uitgevist tijdens mijn onderzoek.
- Jij hebt de feiten uitgevist in het boek.
- Hij heeft de waarheid uitgevist uit de leugens.
- Wij hebben de gegevens uitgevist uit de database.
- Zij hebben de antwoorden uitgevist uit hun ervaringen.