doordrammen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | dram door | dramde door | heb doorgedramd |
jij, je, u | dramt door | dramde door | hebt doorgedramd |
hij, zij, het | dramt door | dramde door | heeft doorgedramd |
wij | drammen door | dramden door | hebben doorgedramd |
jullie | drammen door | dramden door | hebben doorgedramd |
zij, ze | drammen door | dramden door | hebben doorgedramd |
PresensBeta
Example presens sentences for Doordrammen with some of the pronouns.
- Ik dram door over het belang van milieuvervuiling.
- Jij dramt door over je nieuwe hobby.
- Hij/Zij/Het dramt door over zijn/haar teleurstellingen.
- Wij drammen door over de problemen in de samenleving.
- Jullie drammen door over jullie reiservaringen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Doordrammen with some of the pronouns.
- Ik dramde door terwijl niemand naar me luisterde.
- Jij dramde door ondanks de tegenstand die je kreeg.
- Hij/Zij/Het dramde door zonder enige vorm van begrip.
- Wij dramden door tijdens de moeilijke momenten.
- Jullie dramden door zelfs toen anderen wilden opgeven.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Doordrammen with some of the pronouns.
- Ik heb doorgedramd totdat ik mijn punt duidelijk kon maken.
- Jij hebt doorgedramd om je doelen te bereiken.
- Hij/Zij/Het heeft doorgedramd totdat hij/zij zijn/haar excuses kreeg.
- Wij hebben doorgedramd voor verandering.
- Jullie hebben doorgedramd om gehoord te worden.