uitwuiven

Conjugations List of Uitwuiven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikwuif uitwuifde uitheb uitgewuifd
jij, je, uwuift uitwuifde uithebt uitgewuifd
hij, zij, hetwuift uitwuifde uitheeft uitgewuifd
wijwuiven uitwuifden uithebben uitgewuifd
julliewuiven uitwuifden uithebben uitgewuifd
zij, zewuiven uitwuifden uithebben uitgewuifd

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitwuiven with some of the pronouns.

  • Ik wuif uit naar mijn vrienden.
  • Jij wuift uit op het station.
  • Hij/Zij wuift de gasten uit.
  • Wij wuiven uit bij de afscheidsceremonie.
  • Jullie wuiven uit op het strand.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitwuiven with some of the pronouns.

  • Ik wuifde uit voordat ze weggingen.
  • Jij wuifde uit toen de trein vertrok.
  • Hij/Zij wuifde de kinderen uit na het feest.
  • Wij wuifden uit bij elke voorstelling.
  • Jullie wuifden uit vanaf de brug.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitwuiven with some of the pronouns.

  • Ik heb uitgewuifd toen ze vertrokken.
  • Jij hebt uitgewuifd naar je familie.
  • Hij/Zij heeft de bezoekers uitgewuifd.
  • Wij hebben uitgewuifd bij de laatste wedstrijd.
  • Jullie hebben uitgewuifd op het vliegveld.