vergoddelijken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vergoddelijk | vergoddelijkte | heb vergoddelijkt |
jij, je, u | vergoddelijkt | vergoddelijkte | hebt vergoddelijkt |
hij, zij, het | vergoddelijkt | vergoddelijkte | heeft vergoddelijkt |
wij | vergoddelijken | vergoddelijkten | hebben vergoddelijkt |
jullie | vergoddelijken | vergoddelijkten | hebben vergoddelijkt |
zij, ze | vergoddelijken | vergoddelijkten | hebben vergoddelijkt |
PresensBeta
Example presens sentences for Vergoddelijken with some of the pronouns.
- Ik vergoddelijk de schoonheid van de natuur.
- Jij vergoddelijkt jouw talenten met elke prestatie.
- Hij/zij vergoddelijkt zijn/haar succes in de zakenwereld.
- Wij vergoddelijken de kunst en creativiteit in ons dagelijks leven.
- Jullie vergoddelijken de liefde en harmonie in jullie relatie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vergoddelijken with some of the pronouns.
- Ik vergoddelijkte de schoonheid van de natuur.
- Jij vergoddelijkte jouw talenten met elke prestatie.
- Hij/zij vergoddelijkte zijn/haar succes in de zakenwereld.
- Wij vergoddelijkten de kunst en creativiteit in ons dagelijks leven.
- Jullie vergoddelijkten de liefde en harmonie in jullie relatie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vergoddelijken with some of the pronouns.
- Ik heb de schoonheid van de natuur vergoddelijkt.
- Jij hebt jouw talenten vergoddelijkt met elke prestatie.
- Hij/zij heeft zijn/haar succes in de zakenwereld vergoddelijkt.
- Wij hebben de kunst en creativiteit in ons dagelijks leven vergoddelijkt.
- Jullie hebben de liefde en harmonie in jullie relatie vergoddelijkt.