vergrammen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vergram | vergramde | heb vergramd |
jij, je, u | vergramt | vergramde | hebt vergramd |
hij, zij, het | vergramt | vergramde | heeft vergramd |
wij | vergrammen | vergramden | hebben vergramd |
jullie | vergrammen | vergramden | hebben vergramd |
zij, ze | vergrammen | vergramden | hebben vergramd |
PresensBeta
Example presens sentences for Vergrammen with some of the pronouns.
- Ik vergram me op zijn onbeleefde opmerkingen.
- Jij vergramt je snel als iets niet gaat zoals gepland.
- Hij vergramt zich over het gebrek aan respect.
- Wij vergrammen ons niet gemakkelijk, maar nu is de maat vol.
- Jullie vergrammen je terecht over die oneerlijke behandeling.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vergrammen with some of the pronouns.
- Ik vergramde me toen zij mijn cadeau afwezen.
- Jij vergramde je telkens als ik te laat was.
- Hij vergramde zich vaak over de politieke situatie.
- Wij vergramden ons tijdens dat teleurstellende evenement.
- Jullie vergramden je na de onbeschofte opmerkingen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vergrammen with some of the pronouns.
- Ik heb me vergramd toen hij mijn ideeën negeerde.
- Jij bent je vergramd over zijn gebrek aan medewerking.
- Hij is zich vergramd gaan voelen na hun verraad.
- Wij zijn ons vergramd door hun onverschilligheid.
- Jullie zijn vergramd geraakt door de mislukte samenwerking.