verhuren
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | verhuur | verhuurde | heb verhuurd |
| jij, je, u | verhuurt | verhuurde | hebt verhuurd |
| hij, zij, het | verhuurt | verhuurde | heeft verhuurd |
| wij | verhuren | verhuurden | hebben verhuurd |
| jullie | verhuren | verhuurden | hebben verhuurd |
| zij, ze | verhuren | verhuurden | hebben verhuurd |
PresensBeta
Example presens sentences for Verhuren with some of the pronouns.
- Ik verhuur mijn huis aan toeristen.
- Jij verhuurt je auto regelmatig.
- Hij verhuurt zijn appartement via een makelaar.
- Wij verhuren fietsen voor een redelijke prijs.
- Zij verhuren kamers in hun bed and breakfast.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verhuren with some of the pronouns.
- Vroeger verhuurde ik mijn huis aan toeristen.
- Jij verhuurde je auto regelmatig in het verleden.
- Hij verhuurde zijn appartement via een makelaar vroeger.
- Wij verhuurden fietsen voor een redelijke prijs in het verleden.
- Zij verhuurden kamers in hun bed and breakfast vroeger.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verhuren with some of the pronouns.
- Ik heb mijn huis aan toeristen verhuurd.
- Jij hebt je auto regelmatig verhuurd.
- Hij heeft zijn appartement via een makelaar verhuurd.
- Wij hebben fietsen voor een redelijke prijs verhuurd.
- Zij hebben kamers in hun bed and breakfast verhuurd.