verklaren

Conjugations List of Verklaren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverklaarverklaardeheb verklaard
jij, je, uverklaartverklaardehebt verklaard
hij, zij, hetverklaartverklaardeheeft verklaard
wijverklarenverklaardenhebben verklaard
jullieverklarenverklaardenhebben verklaard
zij, zeverklarenverklaardenhebben verklaard

Presens
Beta

Example presens sentences for Verklaren with some of the pronouns.

  • Ik verklaar de situatie.
  • Jij verklaart je standpunt.
  • Hij verklaart zijn liefde voor haar.
  • Wij verklaren het mysterie.
  • Zij verklaren de oorzaak van het probleem.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verklaren with some of the pronouns.

  • Ik verklaarde mijn twijfels.
  • Jij verklaarde de regels niet.
  • Hij verklaarde haar onschuld.
  • Wij verklaarden ons ongenoegen.
  • Zij verklaarden de afwezigheid van bewijs.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verklaren with some of the pronouns.

  • Ik heb de resultaten verklaard.
  • Jij hebt je beslissing verklaard.
  • Hij heeft zijn fout verklaard.
  • Wij hebben het raadsel verklaard.
  • Zij hebben de theorie verklaard.