verkleinen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | verklein | verkleinde | heb verkleind |
| jij, je, u | verkleint | verkleinde | hebt verkleind |
| hij, zij, het | verkleint | verkleinde | heeft verkleind |
| wij | verkleinen | verkleinden | hebben verkleind |
| jullie | verkleinen | verkleinden | hebben verkleind |
| zij, ze | verkleinen | verkleinden | hebben verkleind |
PresensBeta
Example presens sentences for Verkleinen with some of the pronouns.
- Ik verklein de afbeelding om het in het document te passen.
- Jij verkleint je kledingmaat door regelmatig te sporten.
- Hij/zij verkleint de foto's voordat ze op social media worden geplaatst.
- Wij verkleinen onze ecologische voetafdruk door recyclebare producten te gebruiken.
- Jullie verkleinen de kans op fouten door zorgvuldig te controleren.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verkleinen with some of the pronouns.
- Ik verkleinde de afbeelding om het in het document te laten passen.
- Jij verkleinde je kledingmaat door regelmatig te sporten.
- Hij/zij verkleinde de foto's voordat ze op social media werden geplaatst.
- Wij verkleinden onze ecologische voetafdruk door recyclebare producten te gebruiken.
- Jullie verkleinden de kans op fouten door zorgvuldig te controleren.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verkleinen with some of the pronouns.
- Ik heb de afbeelding verkleind om het in het document te passen.
- Jij hebt je kledingmaat verkleind door regelmatig te sporten.
- Hij/zij heeft de foto's verkleind voordat ze op social media werden geplaatst.
- Wij hebben onze ecologische voetafdruk verkleind door recyclebare producten te gebruiken.
- Jullie hebben de kans op fouten verkleind door zorgvuldig te controleren.