verkrimpen

Conjugations List of Verkrimpen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverkrimpverkrompben verkrompen
jij, je, uverkrimptverkrompbent verkrompen
hij, zij, hetverkrimptverkrompis verkrompen
wijverkrimpenverkrompenzijn verkrompen
jullieverkrimpenverkrompenzijn verkrompen
zij, zeverkrimpenverkrompenzijn verkrompen

Presens
Beta

Example presens sentences for Verkrimpen with some of the pronouns.

  • Ik krimp mijn trui in de was.
  • Jij krimpt als je nat wordt.
  • Hij krimpt zijn overhemd per ongeluk.
  • Zij krimpen hun kleren om ze te laten passen.
  • Wij krimpen het plastic voor recycling.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verkrimpen with some of the pronouns.

  • Vroeger kromp ik altijd mijn truien in de was.
  • Toen ik nat werd, kromp ik altijd.
  • Hij kromp vaak zijn overhemden per ongeluk.
  • Zij krompen hun kleren vroeger altijd om ze te laten passen.
  • Wij krompen vroeger het plastic voor recycling.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verkrimpen with some of the pronouns.

  • Ik ben mijn trui gekrompen in de was.
  • Jij bent gekrompen toen je nat werd.
  • Hij heeft per ongeluk zijn overhemd gekrompen.
  • Zij hebben hun kleren gekrompen om ze te laten passen.
  • Wij hebben het plastic gekrompen voor recycling.