verworden
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | verword | verwerd | ben verworden |
| jij, je, u | verwordt | verwerd | bent verworden |
| hij, zij, het | verwordt | verwerd | is verworden |
| wij | verworden | verwerden | zijn verworden |
| jullie | verworden | verwerden | zijn verworden |
| zij, ze | verworden | verwerden | zijn verworden |
PresensBeta
Example presens sentences for Verworden with some of the pronouns.
- Ik verwoord mijn gedachten in deze presentatie.
- Je verwoordt je standpunt duidelijk en overtuigend.
- Hij verwoordt zijn gevoelens in zijn dagboek.
- Wij verwoorden onze wensen aan de projectleider.
- Jullie verwoorden de behoeften van het team tijdens de vergadering.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verworden with some of the pronouns.
- Ik verwoordde mijn gedachten op een andere manier in het verleden.
- Je verwoordde je standpunt niet zo duidelijk tijdens de vorige vergadering.
- Hij verwoordde zijn emoties niet goed tijdens het gesprek.
- Wij verwoordden onze zorgen over de situatie in het teamoverleg.
- Jullie verwoordden de boodschap verkeerd tegenover de klant.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verworden with some of the pronouns.
- Ik heb mijn ideeën goed verwoord in het rapport.
- Je hebt je boodschap helder verwoord in de e-mail.
- Hij heeft zijn twijfels niet goed verwoord tijdens de presentatie.
- Wij hebben onze bezwaren duidelijk verwoord in de brief.
- Jullie hebben de feedback van de klant nauwkeurig verwoord in het verslag.