verluchtigen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verluchtig | verluchtigde | heb verluchtigd |
jij, je, u | verluchtigt | verluchtigde | hebt verluchtigd |
hij, zij, het | verluchtigt | verluchtigde | heeft verluchtigd |
wij | verluchtigen | verluchtigden | hebben verluchtigd |
jullie | verluchtigen | verluchtigden | hebben verluchtigd |
zij, ze | verluchtigen | verluchtigden | hebben verluchtigd |
PresensBeta
Example presens sentences for Verluchtigen with some of the pronouns.
- Ik verluchtig
- Jij verluchtigt
- Hij/Zij/Het verluchtigt
- Wij verluchtigen
- Jullie verluchtigen
- Zij verluchtigen
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verluchtigen with some of the pronouns.
- Ik verluchtigde
- Jij verluchtigde
- Hij/Zij/Het verluchtigde
- Wij verluchtigden
- Jullie verluchtigden
- Zij verluchtigden
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verluchtigen with some of the pronouns.
- Ik heb verluchtigd
- Jij hebt verluchtigd
- Hij/Zij/Het heeft verluchtigd
- Wij hebben verluchtigd
- Jullie hebben verluchtigd
- Zij hebben verluchtigd