verneuken
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | verneuk | verneukte | heb verneukt |
| jij, je, u | verneukt | verneukte | hebt verneukt |
| hij, zij, het | verneukt | verneukte | heeft verneukt |
| wij | verneuken | verneukten | hebben verneukt |
| jullie | verneuken | verneukten | hebben verneukt |
| zij, ze | verneuken | verneukten | hebben verneukt |
PresensBeta
Example presens sentences for Verneuken with some of the pronouns.
- Ik verneuk de situatie.
- Jij verneukt je eigen kansen.
- Hij/zij/het verneukt altijd alles.
- Wij vern**ken het plan.
- Jullie verneuken de sfeer.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verneuken with some of the pronouns.
- Ik verneukte de situatie.
- Jij verneukte je eigen kansen.
- Hij/zij/het verneukte altijd alles.
- Wij vern**kten het plan.
- Jullie verneukten de sfeer.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verneuken with some of the pronouns.
- Ik heb de boel verneukt.
- Jij hebt je kans verneukt.
- Hij/zij/het heeft alles verneukt.
- Wij hebben het project verneukt.
- Jullie hebben de relatie verneukt.