verpatsen

Conjugations List of Verpatsen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverpatsverpatsteheb verpatst
jij, je, uverpatstverpatstehebt verpatst
hij, zij, hetverpatstverpatsteheeft verpatst
wijverpatsenverpatstenhebben verpatst
jullieverpatsenverpatstenhebben verpatst
zij, zeverpatsenverpatstenhebben verpatst

Presens
Beta

Example presens sentences for Verpatsen with some of the pronouns.

  • Ik verpats nu mijn oude spullen op de rommelmarkt.
  • Jij verpatst altijd je kleding via online platforms.
  • Hij verpatst zijn autocollectie aan verzamelaars.
  • Wij verpatsen regelmatig overbodige meubels aan vrienden.
  • Zij verpatsen hun zelfgemaakte sieraden op markten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verpatsen with some of the pronouns.

  • Ik verpatste mijn oude spullen op de rommelmarkt.
  • Jij verpatste altijd je kleding via online platforms.
  • Hij verpatste zijn autocollectie aan verzamelaars.
  • Wij verpatsten regelmatig overbodige meubels aan vrienden.
  • Zij verpatsten hun zelfgemaakte sieraden op markten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verpatsen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn oude spullen op de rommelmarkt verpatst.
  • Jij hebt altijd je kleding via online platforms verpatst.
  • Hij heeft zijn autocollectie aan verzamelaars verpatst.
  • Wij hebben regelmatig overbodige meubels aan vrienden verpatst.
  • Zij hebben hun zelfgemaakte sieraden op markten verpatst.