verrukken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verruk | verrukte | heb verrukt |
jij, je, u | verrukt | verrukte | hebt verrukt |
hij, zij, het | verrukt | verrukte | heeft verrukt |
wij | verrukken | verrukten | hebben verrukt |
jullie | verrukken | verrukten | hebben verrukt |
zij, ze | verrukken | verrukten | hebben verrukt |
PresensBeta
Example presens sentences for Verrukken with some of the pronouns.
- Ik verruk
- Jij verrukt
- Hij/zij/het verrukt
- Wij verrukken
- Jullie verrukken
- Zij verrukken
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verrukken with some of the pronouns.
- Ik verrukte
- Jij verrukte
- Hij/zij/het verrukte
- Wij verrukten
- Jullie verrukten
- Zij verrukten
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verrukken with some of the pronouns.
- Ik heb verrukt
- Jij hebt verrukt
- Hij/zij/het heeft verrukt
- Wij hebben verrukt
- Jullie hebben verrukt
- Zij hebben verrukt