gelen

Conjugations List of Gelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgeelgeeldeheb gegeeld
jij, je, ugeeltgeeldehebt gegeeld
hij, zij, hetgeeltgeeldeheeft gegeeld
wijgelengeeldenhebben gegeeld
julliegelengeeldenhebben gegeeld
zij, zegelengeeldenhebben gegeeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Gelen with some of the pronouns.

  • Ik kom uit Nederland.
  • Jij komt naar het feest.
  • Hij komt altijd te laat.
  • Wij komen samen naar school.
  • Zij komen morgen op bezoek.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Gelen with some of the pronouns.

  • Vroeger kwam ik vaak naar dit restaurant.
  • Jij ging altijd met de fiets naar school.
  • Hij speelde vroeger piano.
  • Wij waren daar vorige zomer.
  • Zij deden hun best voor de presentatie.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Gelen with some of the pronouns.

  • Ik ben gisteren gekomen.
  • Jij hebt de brief ontvangen.
  • Hij is naar de stad gegaan.
  • Wij hebben het cadeau gegeven.
  • Zij hebben de film al gezien.