syncoperen

Conjugations List of Syncoperen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksyncopeersyncopeerdeheb gesyncopeerd
jij, je, usyncopeertsyncopeerdehebt gesyncopeerd
hij, zij, hetsyncopeertsyncopeerdeheeft gesyncopeerd
wijsyncoperensyncopeerdenhebben gesyncopeerd
julliesyncoperensyncopeerdenhebben gesyncopeerd
zij, zesyncoperensyncopeerdenhebben gesyncopeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Syncoperen with some of the pronouns.

  • Ik syncopereer regelmatig tijdens het dansen.
  • Jij syncopereert graag op de maat van de muziek.
  • Hij syncopereert met veel enthousiasme in zijn optredens.
  • Wij syncopereren samen in ons jazzorkest.
  • Zij syncopereren vakkundig tijdens de repetities.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Syncoperen with some of the pronouns.

  • Ik syncopereerde vaak toen ik in een band speelde.
  • Jij syncopereerde altijd met zoveel gevoel in je spel.
  • Hij syncopereerde vroeger veel tijdens zijn optredens.
  • Wij syncopereerden samen als duo tijdens onze tournee.
  • Zij syncopereerden gepassioneerd op het podium.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Syncoperen with some of the pronouns.

  • Ik heb gesyncopereerd tijdens het concert gisteravond.
  • Jij hebt vaak gesyncopereerd bij deze choreografie.
  • Hij heeft al vele malen gesyncopereerd op verschillende podia.
  • Wij hebben intensief gesyncopereerd tijdens onze muziekles.
  • Zij hebben vlot gesyncopereerd tijdens de uitvoering van het stuk.