verstokken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verstok | verstokte | heb verstokt |
jij, je, u | verstokt | verstokte | hebt verstokt |
hij, zij, het | verstokt | verstokte | heeft verstokt |
wij | verstokken | verstokten | hebben verstokt |
jullie | verstokken | verstokten | hebben verstokt |
zij, ze | verstokken | verstokten | hebben verstokt |
PresensBeta
Example presens sentences for Verstokken with some of the pronouns.
- Ik verstok
- Jij verstokt
- Hij/zij/het verstokt
- Wij verstokken
- Jullie verstokken
- Zij verstokken
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verstokken with some of the pronouns.
- Ik verstokte
- Jij verstokte
- Hij/zij/het verstokte
- Wij verstokten
- Jullie verstokten
- Zij verstokten
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verstokken with some of the pronouns.
- Ik heb verstokt
- Jij hebt verstokt
- Hij/zij/het heeft verstokt
- Wij hebben verstokt
- Jullie hebben verstokt
- Zij hebben verstokt