gebieden

Conjugations List of Gebieden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgebiedgeboodheb geboden
jij, je, ugebiedtgeboodhebt geboden
hij, zij, hetgebiedtgeboodheeft geboden
wijgebiedengebodenhebben geboden
julliegebiedengebodenhebben geboden
zij, zegebiedengebodenhebben geboden

Presens
Beta

Example presens sentences for Gebieden with some of the pronouns.

  • Ik gebied je om je huiswerk te maken.
  • De leraar gebiedt de studenten stil te zijn.
  • Mijn baas gebiedt mij om overuren te maken.
  • De wet gebiedt ons belasting te betalen.
  • Ik gebied mijn kinderen om hun kamer op te ruimen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Gebieden with some of the pronouns.

  • Hij gebood me naar binnen te komen.
  • De koningin gebood de soldaten te marcheren.
  • Mijn vriend gebood me te stoppen met roken.
  • De leraar gebood de leerlingen hun boeken te openen.
  • De manager gebood de werknemers op tijd te komen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Gebieden with some of the pronouns.

  • Hij heeft mij geboden het rapport af te maken.
  • De politie heeft hen geboden te stoppen.
  • Mijn ouders hebben me geboden voorzichtig te zijn.
  • Ze heeft haar medewerkers geboden harder te werken.
  • De dokter heeft hem geboden medicijnen in te nemen.