misgaan
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ga mis | ging mis | ben misgegaan |
jij, je, u | gaat mis | ging mis | bent misgegaan |
hij, zij, het | gaat mis | ging mis | is misgegaan |
wij | gaan mis | gingen mis | zijn misgegaan |
jullie | gaan mis | gingen mis | zijn misgegaan |
zij, ze | gaan mis | gingen mis | zijn misgegaan |
PresensBeta
Example presens sentences for Misgaan with some of the pronouns.
- Het gaat vaak mis wanneer ik mijn sleutels zoek.
- De presentatie gaat altijd mis als ik zenuwachtig ben.
- Het misgaan van de trein veroorzaakte vertragingen in het hele schema.
- Als ik haast heb, wil alles misgaan.
- Het misgaan van de operatie was een grote teleurstelling voor het medische team.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Misgaan with some of the pronouns.
- Vroeger ging het vaak mis bij het maken van de huiswerkopdrachten.
- Toen ik jonger was, gingen familiebijeenkomsten altijd mis door ruzies.
- Tijdens de reis naar het buitenland ging er veel mis met onze bagage.
- In het verleden ging het vaak mis tijdens belangrijke examens.
- Het misging regelmatig tijdens de repetities voor het toneelstuk.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Misgaan with some of the pronouns.
- Gisteren is het hele plan misgegaan door een onverwachte fout.
- Ik ben bang dat ik zijn verjaardagsfeestje heb laten misgaan door mijn vergeetachtigheid.
- De samenwerking tussen de twee bedrijven is compleet misgegaan.
- Door onvoorziene omstandigheden is onze vakantieplanning volledig misgegaan.
- Hij heeft zijn kansen op succes laten misgaan door gebrek aan inzet.