vlekken

Conjugations List of Vlekken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvlekvlekteheb gevlekt
jij, je, uvlektvlektehebt gevlekt
hij, zij, hetvlektvlekteheeft gevlekt
wijvlekkenvlektenhebben gevlekt
jullievlekkenvlektenhebben gevlekt
zij, zevlekkenvlektenhebben gevlekt

Presens
Beta

Example presens sentences for Vlekken with some of the pronouns.

  • Ik vlek regelmatig mijn kleren tijdens het eten.
  • Mijn kinderen maken altijd vlekken op de vloer als ze spelen.
  • Jij vlekt nooit op je werkuniform, wat is je geheim?
  • Wij vlekken de tafel met verf tijdens het knutselen.
  • De hond van de buren vlekt regelmatig onze tuin met modder.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vlekken with some of the pronouns.

  • Vroeger vlekten we altijd de tafel tijdens het ontbijt.
  • Toen ik jong was, vlekte ik vaak mijn kleren tijdens het spelen.
  • De oude wasmachine vlekterde regelmatig de kledingstukken.
  • Tijdens het experiment vlektene de wetenschappers per ongeluk het laboratorium.
  • Gisteren vlektende de kinderen de muur met kleurpotloden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vlekken with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn shirt vorige week gevlekt met rode wijn.
  • Hebben jullie ooit een tapijt gevlekt met koffie?
  • Hij heeft zijn favoriete broek vandaag gevlekt met inkt.
  • Wij hebben per ongeluk de bank gevlekt met vetvlekken.
  • De schoonmaakster heeft de vloer gevlekt met schoonmaakmiddel.