toeten

Conjugations List of Toeten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktoettoetteheb getoet
jij, je, utoettoettehebt getoet
hij, zij, hettoettoetteheeft getoet
wijtoetentoettenhebben getoet
jullietoetentoettenhebben getoet
zij, zetoetentoettenhebben getoet

Presens

Example presens sentences for Toeten with some of the pronouns.

  • Ik toet nu op de deur.
  • Jij toet altijd zo hard op je toetsenbord.
  • Hij/Zij toet regelmatig op de claxon in het verkeer.
  • Wij toeten luidkeels mee met het liedje.
  • Jullie toeten graag op feestjes.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Toeten with some of the pronouns.

  • Ik toete vroeger vaak op de deur.
  • Jij toete altijd zachtjes op je toetsenbord.
  • Hij/Zij toete regelmatig op de claxon tijdens het rijden.
  • Wij toeten vroeger samen met vrienden.
  • Jullie toeten vaak op feestjes van vroeger.

Perfectum

Example perfectum sentences for Toeten with some of the pronouns.

  • Ik heb gisteren op de deur getoet.
  • Jij bent al eerder op je toetsenbord getoet geweest.
  • Hij/Zij heeft onlangs veelvuldig op de claxon getoet.
  • Wij hebben enthousiast meegetoet met het liedje.
  • Jullie zijn al vaak op feestjes getoet.