vergulden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verguld | verguldde | heb verguld |
jij, je, u | verguldt | verguldde | hebt verguld |
hij, zij, het | verguldt | verguldde | heeft verguld |
wij | vergulden | verguldden | hebben verguld |
jullie | vergulden | verguldden | hebben verguld |
zij, ze | vergulden | verguldden | hebben verguld |
PresensBeta
Example presens sentences for Vergulden with some of the pronouns.
- Ik vergulden mijn sieraden voor een extra glans.
- Jij verguldt het beeldhouwwerk met bladgoud.
- Hij/Zij verguldt de rand van de spiegel voor een luxe uitstraling.
- Wij vergulden de ornamenten van de kroonluchter met zorg.
- Zij vergulden hun meubels om ze op te knappen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vergulden with some of the pronouns.
- Vroeger verguldden we de letters van onze boeken met echt goud.
- Toen ik jong was, verguldden mijn ouders de kandelaars voor speciale gelegenheden.
- Hij/Zij verguldde altijd zijn/haar muziekinstrumenten met veel aandacht.
- In die tijd verguldden we de reliëfs van de kathedraal als eerbetoon aan de geschiedenis.
- Ze verguldden regelmatig de plafondornamenten om de pracht van het paleis te behouden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vergulden with some of the pronouns.
- Ik heb mijn trouwring verguld voor onze jubileumviering.
- Jij hebt de antieke vaas verguld als restauratieproject.
- Hij/Zij heeft de lijst van het schilderij verguld voor een elegante afwerking.
- Wij hebben de kerstdecoraties verguld als onderdeel van onze traditie.
- Zij hebben hun trofeeën verguld om ze te verfraaien.