gourmetten

Conjugations List of Gourmetten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgourmetgourmetteheb gegourmet
jij, je, ugourmetgourmettehebt gegourmet
hij, zij, hetgourmetgourmetteheeft gegourmet
wijgourmettengourmettenhebben gegourmet
julliegourmettengourmettenhebben gegourmet
zij, zegourmettengourmettenhebben gegourmet

Presens
Beta

Example presens sentences for Gourmetten with some of the pronouns.

  • Ik gourmet nu met mijn vrienden.
  • Jij gourmets regelmatig met je familie.
  • Hij/zij gourmets elke zondagavond.
  • Wij gourmetten graag tijdens feestjes.
  • Jullie gourmetten vaak in de winter.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Gourmetten with some of the pronouns.

  • Toen ik jong was, gourmette ik altijd met mijn ouders.
  • Jij gourmette vroeger veel bij je oma.
  • Hij/zij gourmette regelmatig toen hij/zij nog studeerde.
  • Wij gourmetten elk weekend met onze buren.
  • Jullie gourmetten altijd tijdens de vakanties.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Gourmetten with some of the pronouns.

  • Ik heb vorige week gegourmet met mijn collega's.
  • Jij hebt al meerdere keren gegourmet dit jaar.
  • Hij/zij heeft een maand geleden gegourmet met vrienden.
  • Wij hebben gisteravond samen gegourmet.
  • Jullie hebben in het verleden vaak gegourmet.