vertillen

Conjugations List of Vertillen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvertilvertildeheb vertild
jij, je, uvertiltvertildehebt vertild
hij, zij, hetvertiltvertildeheeft vertild
wijvertillenvertildenhebben vertild
jullievertillenvertildenhebben vertild
zij, zevertillenvertildenhebben vertild

Presens
Beta

Example presens sentences for Vertillen with some of the pronouns.

  • Ik vertil regelmatig zware dozen.
  • Jij vertilt je telkens als je te veel wilt tillen.
  • Hij/zij vertilt zich vaak aan zijn/haar eigen kracht.
  • Wij vertillen ons niet snel aan kleine taken.
  • Jullie vertillen je aan de moeilijkheden van het leven.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vertillen with some of the pronouns.

  • Ik vertilde me vroeger vaak aan onbelangrijke dingen.
  • Jij vertilde je altijd als er druk op je lag.
  • Hij/zij vertilde zich regelmatig aan zijn/haar eigen verwachtingen.
  • Wij vertilden ons soms aan de stress van het werk.
  • Jullie vertilden je te veel aan de meningen van anderen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vertillen with some of the pronouns.

  • Ik heb me vorige week vertild aan een zware koffer.
  • Jij bent al meerdere keren in je leven vertild geweest.
  • Hij/zij is gisteren vertild bij het tillen van de boodschappen.
  • Wij hebben ons nooit eerder vertild aan deze taak.
  • Jullie zijn al vaak genoeg vertild geworden door anderen.