verzwelgen

Conjugations List of Verzwelgen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverzwelgverzwolgheb verzwolgen
jij, je, uverzwelgtverzwolghebt verzwolgen
hij, zij, hetverzwelgtverzwolgheeft verzwolgen
wijverzwelgenverzwolgenhebben verzwolgen
jullieverzwelgenverzwolgenhebben verzwolgen
zij, zeverzwelgenverzwolgenhebben verzwolgen

Presens
Beta

Example presens sentences for Verzwelgen with some of the pronouns.

  • Ik verzwelg de heerlijke chocoladetaart.
  • Jij verzwelgt het succes van je concurrenten.
  • Hij verzwelgt de woorden van lof.
  • Wij verzwelgen de schoonheid van de natuur.
  • Zij verzwelgen de spannende boeken.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verzwelgen with some of the pronouns.

  • Ik verzwolg het nieuws met verbazing.
  • Jij verzwolg je verdriet in stilte.
  • Hij verzwolg zijn trots en vroeg om hulp.
  • Wij verzwolgden de maaltijd met smaak.
  • Zij verzwolgden de informatie gretig.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verzwelgen with some of the pronouns.

  • Ik heb de hele pizza verzwolgen.
  • Jij hebt alle kansen verzwolgen.
  • Hij heeft de verantwoordelijkheid verzwolgen.
  • Wij hebben de bittere waarheid verzwolgen.
  • Zij hebben de uitdagingen verzwolgen.